KADERLID IN BEELD
‘DE BAZEN WILLEN GEEN WERKOVERLEG, MAAR DE SCHOONMAKERS WEL!’
Tekst Bart Speleers Beeld Jonathan Vos
Op het werk van Marion Schuring (56) uit Maastricht zijn er best veel problemen. Als kaderlid wil ze die graag samen met haar collega’s oplossen.
Waar werk je?
‘Voor schoonmaakbedrijf GOM werk ik op de universiteit in Maastricht. Als ‘medewerker vloeronderhoud’ maak ik de vloeren van de universiteit schoon, zoals die van de sporthal. Maar ik poets ook kantoren en kleedlokalen. Ik werk 36 uur per week.’
De vloeren reinig je met een machine?
‘Ja, ik heb verschillende schrobmachines waar ik op zit of achter loop. Voor die machines heb je een diploma nodig, anders ben je niet verzekerd als je iets kapot maakt of gewond raakt. Ik werk 18 jaar met deze machines, maar heb pas een half jaar geleden mijn diploma gehaald. Al jaren vraag ik mijn baas om een cursus te doen, maar het mocht nooit. Veel collega’s werken nog steeds zonder diploma met de machines. Dat is echt een probleem.’
Welke problemen zijn er nog meer op jouw werk?
‘De meeste poetskarren zijn kapot. Wil je rechtdoor, dan gaat de kar naar rechts. Door die karren krijg ik pijn in mijn rug en schouders. GOM is de karren ‘aan het onderzoeken’, maar dat duurt al jaren. Dat schiet dus niet op. Een ander probleem is dat de bazen geen werkoverleg met de schoonmakers willen. In de cao staat dat zij vier keer per jaar met de hele groep (40 schoonmakers) moeten overleggen, maar dat doen ze niet. Maar er zijn genoeg problemen waar we over moeten praten. Dus nu gaan de schoonmakers zelf een bijeenkomst regelen waar de bazen van ons móeten komen.’
Waarom ben je kaderlid?
‘Ik ben heel blij als ik mensen kan helpen met een vraag of een probleem. Op de universiteit komen schoonmakers naar mij en de andere kaderleden toe met vragen, bijvoorbeeld over loon of pensioen. En ik help bij problemen, die ik samen met de collega probeer op te lossen. Heel vaak gaan die problemen over ziekteverzuim. Dat de baas bij een ziekmelding zegt dat je “dan maar een vakantiedag moet opnemen”. Of vraagt: “Wat heb je? Ohh, maar dan mag je morgen weer komen werken”. En er zijn vrouwen bij ons die te maken hebben met discriminatie.’
Welke discriminatie?
‘Discriminatie van mannen tegen vrouwen. Sommige mannen luisteren niet naar vrouwen als ze uitleg krijgen over hoe ze iets moeten schoonmaken. Daar heb ik zelf ook mee te maken. Die mannen vinden het ook niks dat ik met machines werk. “Dat is mannenwerk”, zeggen ze dan. Wat een onzin! Tegen de bazen heb ik gezegd dat deze schoonmakers wel naar vrouwen moeten luisteren. Een lastig onderwerp, waar echt wat aan moet gebeuren.’